De term "smoorspoel" wordt vaak gebruikt als synoniem voor een inductie die de elektrische stroom beïnvloedt. Een smoorspoel kan verschillende vormen aannemen, waaronder spoelen met luchtkern of spoelen met een kern van magnetisch materiaal zoals ijzer of ferriet. De belangrijkste functie van een smoorspoel is het beperken of regelen van wisselstroom door weerstand te bieden tegen wisselstroom. De term "smoorspoel" wordt vaker gebruikt in Duitstalige gebieden, terwijl in andere gebieden de term "inductor" gebruikelijker is.
De werking van de spoel is gebaseerd op het feit dat een geleider waardoor een elektrische stroom vloeit een magnetisch veld opwekt. De spoel wordt gecreëerd door de gewikkelde geleider via de geleiderlus. Binnenin de spoel bevindt zich een grotendeels homogeen (geoptimaliseerd ontwerp voor Intertechnik spoelen) magnetisch veld B (eenheid Tesla), dat in één richting loopt voor de opgegeven stroomrichting. Een omkering of constante verandering in de stroom, zoals optreedt in muzieksystemen, resulteert in een constante verandering in het magnetische veld. Hier vertoont de spoel een interessant gedrag. Een veranderend magnetisch veld (verandering in fluxdichtheid) veroorzaakt een inductiespanning in de eigen wikkelingen van de spoel, wat een vertragend effect heeft op de verandering in stroomsterkte die het genereert. Hoe sneller de verandering in stroomrichting plaatsvindt (hoge frequenties), hoe sterker dit effect is. De spoel werkt dan als een weerstand. Deze wisselstroomweerstand van een spoel wordt ook wel inductieve weerstand genoemd. De elektrische grootheid die het spoeleffect beschrijft, is de inductantie L (meeteenheid Henry). Naast de inductieve weerstand heeft de spoel nog een weerstand (gelijkstroomweerstand of DC-weerstand), die het gevolg is van het beperkte geleidingsvermogen van de gewikkelde draad. In het audiofrequentiebereik kan een luchtspoel grotendeels worden beschreven door de inductie L en de gelijkstroomweerstand R.